In de Tabaks- en Rookwarenwet staat dat iedereen recht op een rookvrije werkplek. Dit houdt méér in dan alleen het feit dat medewerkers niet aan het bureau of in hun kantoor mogen roken. Alle ruimten waar medewerkers tijdens hun werk komen, moeten rookvrij zijn. Dit geldt dus ook voor recepties, kantines, vergaderzalen en trappenhuizen.
De vraag is: wat zijn de spelregels en wie voert de controles uit?
Wie stelt een rookbeleid op?
De werkgever formuleert het rookbeleid. Hij doet dat in nauw overleg met de Ondernemingsraden/of de medewerkers. Hij mag een compleet verbod instellen. Hij mag ook een ruimte aanwijzen als rookruimte. Dat is echter niet verplicht. De meeste werkgevers kiezen voor rookvrije gebouwen met aparte, afgesloten rookruimten.
Speciale rookruimte
Aan een dergelijke ruimte worden bepaalde eisen gesteld. Zo moet er bijvoorbeeld een goede ventilatie zijn in de rokersruimte. Bovendien mag de ruimte geen doorgang vormen om naar een andere ruimte te komen. De rookruimten in bedrijven kunnen erg verschillen. Het ene bedrijf heeft een bushokje buiten waar rokers kunnen staan om hun sigaret op te steken. Andere bedrijven hebben speciale rookkamers met luchtcirculatiesystemen en complete zithoeken.

Op overtredingen staan forse boetes
Als medewerkers toch blijven roken in ruimten waar dit niet mag, dan moet de werkgever in actie komen. De beheerder van het gebouw is namelijk verantwoordelijk voor naleving van de regels rondom roken op het werk. En dat is ook in zijn eigen belang. Op het overtreden van deze regels staan forse boetes.
Medewerkers kunnen overtredingen melden
Medewerkers kunnen ook zelf in actie komen als er geen rookvrije werkplekken zijn en de werkgever niets onderneemt. De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) is bereikbaar op 0900-0388. Ook kunnen medewerkers het klachtenformulier op www.nvwa.nl invullen.